Conversatie bij de beek
Objectnummer1951.0526
TitelConversatie bij de beek
Zomerlandschap met ruïne links
Zomerlandschap met ruïne links
Vervaardiger Egbert van Drielst
BeschrijvingDeze aquarel laat duidelijk zien waarom men hem wel de Drentse Hobbema noemde. Van Drielst heeft goed gekeken naar de Nederlandse landschapsschilders uit de 17e eeuw. Hij heeft links op de voorgrond een herder geplaatst die schapen en een koe laat drinken bij de beek, terwijl hij ondertussen staat te praten met een vrouw op een ezel. Dit motief kan hij ontleend hebben aan Nicolaas Berchem. Achter hen staat op een heuvel de ruïne van een kasteel en rechts is een doorkijkje met op de achtergrond mensen die bezig zijn de oogst binnen te halen. Deze aquarel heeft naar alle waarschijnlijkheid gediend als ontwerp voor een wandschildering. Daar wijst het raster van lijnen op. Dit was een hulpmiddel om de plek op de muur te kunnen bepalen.
In de serie tekeningen [1919.0465, 1951.0514, 1951.0523, 1951.0526, 1962.0027, 1963.0190, 1963.0190.A, 1963.0191, 1963.0192, 1964.0638) komt naar voren hoe de visie van Van Drielst zich ontwikkeld heeft in de loop van zijn leven. Hierbij kan men waarnemen dat deze ontwikkeling min of meer parallel loopt aan de verschillende stemmingen welke in de tijd zelf de boventoon voerden. De vroegste landschappen ademen de sfeer van het hollandes rococo, in welks geest de dichter Poot uitriep 'hoe genoeglijk rolt het leven des gerusten landmans voort'. De middenperiode wordt gekenmerkt door een grote afhankelijkheid van de 17e eeuwse landschapsschool van Hobbema (cf. vgl. Corn. Buys, Amsterdam 18.2.1828 Kbk L nr 8-13). De laatste tekeningen, winterlandschappen, zijn opgevat in een strengere, minder behagelijke atmosfeer, die zich aansluit bij de geestelijke omwenteling van na de grote revolutie.
In de serie tekeningen [1919.0465, 1951.0514, 1951.0523, 1951.0526, 1962.0027, 1963.0190, 1963.0190.A, 1963.0191, 1963.0192, 1964.0638) komt naar voren hoe de visie van Van Drielst zich ontwikkeld heeft in de loop van zijn leven. Hierbij kan men waarnemen dat deze ontwikkeling min of meer parallel loopt aan de verschillende stemmingen welke in de tijd zelf de boventoon voerden. De vroegste landschappen ademen de sfeer van het hollandes rococo, in welks geest de dichter Poot uitriep 'hoe genoeglijk rolt het leven des gerusten landmans voort'. De middenperiode wordt gekenmerkt door een grote afhankelijkheid van de 17e eeuwse landschapsschool van Hobbema (cf. vgl. Corn. Buys, Amsterdam 18.2.1828 Kbk L nr 8-13). De laatste tekeningen, winterlandschappen, zijn opgevat in een strengere, minder behagelijke atmosfeer, die zich aansluit bij de geestelijke omwenteling van na de grote revolutie.
Datum 1765 - 1818
Vervaardiging periode18e eeuw, 19e eeuw
Objectnaamaquarellen
Objectcategorietekeningen, aquarellen, gouaches
Materiaalpotlood (medium), inkt, aquarelverf
Techniektekenen, aquarelleren
Formaat
- hoogte: 38.00 cm
breedte: 37.50 cm
Credit lineAankoop 1951