Doodskleed of doodshemd
Objectnummer0000.3015
TitelDoodskleed of doodshemd
Vervaardigeronbekend
BeschrijvingEen doodskleed van Okke Geerts Kluin (Kluun in het Gronings), van geruwde wol met mouwen en capuchon zonder voorsluiting, bestaande uit drie rechte lappen die aan de zelfkanten aan elkaar zijn genaaid. Op de schouder zijn de lappen plooiend aan elkaar en aan de capuchon genaaid. De zelfkanten van rechte lappen zijn blauw, de zelfkant van de capuchon is rood.
Een doodskleed werd vroeger gedragen door de ter dood veroordeelden op hun weg naar de terechtstelling. Dit doodskleed werd voor het laatst gebruikt in 1838, toen Okke Kluin aan de voet van de Martinitoren werd opgehangen. Okke Kluin was opgevoed door een ouder echtpaar in een klein huis nabij Uithuizen. Toen in 1837 de Uithuister beestenmarkt begonnen was wilde de 24-jarige Kluin erheen om te drinken en te dobbelen. Hij eiste geld van zijn verzorgster, maar zij weigerde hem dit te geven. Daarop greep hij haar bij de haren en sloeg haar met een bijl de hersens in. Met het gestolen geld maakt Kluin goede sier in de herbergen van Uithuizen. Dit ontging echter de Uithuisters niet. Toen het lichaam van het slachtoffer ontdekt werd door haar echtgenoot, wist de veldwachter al snel wie de dader moest zijn. Deze werd opgepakt bij de kastelein van het veerhuis.
Voor de roofmoord kende men geen genade. Op 12 april 1838 eindigde het leven van Kluin aan de galg, onder grote publieke belangstelling. Zijn naam bleef echter in talloze verhalen en gezegden doorleven. Het hemd dat hij tijdens zijn executie droeg werd in de gevangenis als herinnering bewaard. Okke Kluin was de laatste persoon die volgens de gewone rechtspraak in Groningen ter dood werd gebracht.
Een doodskleed werd vroeger gedragen door de ter dood veroordeelden op hun weg naar de terechtstelling. Dit doodskleed werd voor het laatst gebruikt in 1838, toen Okke Kluin aan de voet van de Martinitoren werd opgehangen. Okke Kluin was opgevoed door een ouder echtpaar in een klein huis nabij Uithuizen. Toen in 1837 de Uithuister beestenmarkt begonnen was wilde de 24-jarige Kluin erheen om te drinken en te dobbelen. Hij eiste geld van zijn verzorgster, maar zij weigerde hem dit te geven. Daarop greep hij haar bij de haren en sloeg haar met een bijl de hersens in. Met het gestolen geld maakt Kluin goede sier in de herbergen van Uithuizen. Dit ontging echter de Uithuisters niet. Toen het lichaam van het slachtoffer ontdekt werd door haar echtgenoot, wist de veldwachter al snel wie de dader moest zijn. Deze werd opgepakt bij de kastelein van het veerhuis.
Voor de roofmoord kende men geen genade. Op 12 april 1838 eindigde het leven van Kluin aan de galg, onder grote publieke belangstelling. Zijn naam bleef echter in talloze verhalen en gezegden doorleven. Het hemd dat hij tijdens zijn executie droeg werd in de gevangenis als herinnering bewaard. Okke Kluin was de laatste persoon die volgens de gewone rechtspraak in Groningen ter dood werd gebracht.
Datum 12 april 1838
Vervaardiging periode19e eeuw
PersoonstrefwoordKluin, Okke Geerts
Objectnaamhemden
Objectcategorietextilia, historische voorwerpen
Materiaallinnen, wol (textiel)
Formaat
- rugpand hoogte: 146.00 cm
rugpand breedte: 71.00 cm
voorpanden hoogte: 146.00 cm
voorpanden breedte: 71.00 cm
capuchon hoogte: 72.00 cm
capuchon breedte: 42.00 cm
Credit lineCollectie Groninger Museum, Groningen