Grafzerk van een hond
Inventarnummer0000.0323
TitelGrafzerk van een hond
Herstelleronbekend
Beschreibung'Grafzerk van zandsteen, waarop gebeiteld: 'Quae Tiberim Lirimque bibi Rhodanumque Mosamque. / Nave, rota celeri saepe vehebar eque, / In Clalabris dominum quae furis ab ense tuebar, / Cum domino Corsis naufraga jacta vadis, / Tassa viae et vitae, variis execita fatis, / Hic posui cineras Alpibus orta canis. / 11 Julii 1758.' NB: Deze steen liet de bekende hekeldichter Dr. G.N. Heerkens (Curillus) in zyn tuin te Hoogezand op het graf van zyn hond plaatsen.'
Eén meter breed, nog geen vijftig centimeter hoog en op de kop af dertien centimeter diep. De steen die de hekeldichter Gerhard Nicolaas Heerkens in 1758 liet plaatsen op het graf van zijn hond, is zelfs in het depot van het Groninger Museum geen opvallend stuk. Op een houten pallet, een beetje verstopt tussen de jurken van Viktor & Rolf, ligt de steen er wat eenzaam bij.
Toch is het verhaal van de grafzerk de moeite waard. Want hoe vaak zal in de achttiende eeuw een hond zijn geëerd met een steen, voorzien van een inscriptie in het Latijn? En wat deed Heerkens besluiten zo'n dure steen aan te schaffen?
Om dat te kunnen achterhalen is het goed om eerst te weten wie Gerhard Nicolaas Heerkens precies was. Helaas zijn er niet bijster veel bronnen om uit te putten. 'Hij heeft niets geschreven dat op eene autobiographie lijkt', stelde De Groninger Volksalmanak een kleine honderd jaar geleden, 'Maar (..) de vele noten, die hij aan zijne verzen toevoegde. bevatten menige belangrijke bijdrage voor zijne levensgeschiedenis'.
Zo is te achterhalen dat Heerkens op 8 juli 1726 werd geboren in Kleinemeer, een veenkolonie in de buurt van Sappemeer. Al op twaalfjarige leeftijd werd hij door zijn ouders naar het Duitse Meppen gestuurd., om daar in het College der Jezuïeten Latijn te leren. In 1743 keerde hij terug in Kleinemeer, waar hij de bibliotheek van zijn vader verslond; Met name de Latijnse dichters hadden zijn belangstelling.
Heerkens begon in Groningen aan een rechtenstudie omdat zijn vader hem dat gebood, Hij deed er een medicijnenstudie naast, die hij later voortzetten in Leiden en Parijs. Daar maakte hij persoonlijk kennis met de schrijver en filosoof Voltaire, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Verlichting. Ondertussen bouwde Heerkens aan een omvangrijke oeuvre.
In 1749 keerde de hekeldichter in Groningen terug, als. kosmopoliet met connecties in heel West-Europa, Lang bleef hij hier niet; bet grootste dëel van zijn leven - hij stierf in 1801 - bracht hij door :met reizen. Bekend is de gedrukte beschrijving van zijn reis naar Italië tussen 1759 en l761, zijn enige prozawerk.
Heerkens hond was toen al enige tijd dood. Het verhaal wil dat het beest hem ooit het leven redde tijdens een vechtpartij in een Italiaanse kroeg. De grafzerk wordt door sommige historici om die reden gezien als een oprecht eerbetoon aan de viervoeter, maar het is met uit te sluiten dat Heerkens de zijns inziens overdreven grafschriften van onbeduidende mensen op de hak wilde nemen.
De inscriptie luidt vrij vertaald: 'Ik, die de wateren van de Tiber; de Lyris. de Rhône en de Maas heb gedronken, die per schip, per wagen en op het snelle paard heb gereisd, die in Calabrie mijn meester voor den dolk van een dief beschermde, die met dien meester in de Corsicaanse wateren schipbreuk leed, van mij, den in de Alpen geboren hond, vermoeid van het reizen en door vele levenservaringen beproefd. rust hier het laatste overschot. 11 juli 1758'.
De hond werd begraven in Hoogezand in 1891 werd de steen door ene C. de Boer uit Groningen geschonken aan het Groninger Museum. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw was de grafzerk ingemetseld in het vroegere onderkomen van het Groninger Museum, aan de Praediniussingel in de stad. Daarna verdween het curieuze object in het depot en - tot vandaag - uit het zicht.
[Dagblad van het Noorden belichtte zomer 2003 elke week bijzondere objecten uit de depots van het Drents en het Groninger Museum. Speciaal daarvoor haalden beide musea de objecten voor veertien dagen tevoorschijn om ze aan het publiek te tonen. Aflevering 3: de grafzerk voor de hond van hekeldichter Gerhard Nicolaas Heerkens in het Groninger Museum.]
Vertaling zoals verschenen in de publicatie door Zweder von Martels, 2011 luidt de Latijnse tekst van Gerard Heerkens, aslvolgt:
'Ik, die dronk uit de Tiber en Liri [in Latium], en uit de Rhône en Maas, die me vaak voortbewoog per schip, wagen en op het snelle paard, die in Calabië mijn meester beschermde tegen het zwaard van een dief, en die met mijn meester als schipbreukeling op het strand van Corsica was geworpen, heb vermoeid van de reis en van het leven, afgemat door het wisselend lot, hier mijn as bijgezet - ik, in de Aplen geboren hond. Overleden op 11 juli 1758.'
Eén meter breed, nog geen vijftig centimeter hoog en op de kop af dertien centimeter diep. De steen die de hekeldichter Gerhard Nicolaas Heerkens in 1758 liet plaatsen op het graf van zijn hond, is zelfs in het depot van het Groninger Museum geen opvallend stuk. Op een houten pallet, een beetje verstopt tussen de jurken van Viktor & Rolf, ligt de steen er wat eenzaam bij.
Toch is het verhaal van de grafzerk de moeite waard. Want hoe vaak zal in de achttiende eeuw een hond zijn geëerd met een steen, voorzien van een inscriptie in het Latijn? En wat deed Heerkens besluiten zo'n dure steen aan te schaffen?
Om dat te kunnen achterhalen is het goed om eerst te weten wie Gerhard Nicolaas Heerkens precies was. Helaas zijn er niet bijster veel bronnen om uit te putten. 'Hij heeft niets geschreven dat op eene autobiographie lijkt', stelde De Groninger Volksalmanak een kleine honderd jaar geleden, 'Maar (..) de vele noten, die hij aan zijne verzen toevoegde. bevatten menige belangrijke bijdrage voor zijne levensgeschiedenis'.
Zo is te achterhalen dat Heerkens op 8 juli 1726 werd geboren in Kleinemeer, een veenkolonie in de buurt van Sappemeer. Al op twaalfjarige leeftijd werd hij door zijn ouders naar het Duitse Meppen gestuurd., om daar in het College der Jezuïeten Latijn te leren. In 1743 keerde hij terug in Kleinemeer, waar hij de bibliotheek van zijn vader verslond; Met name de Latijnse dichters hadden zijn belangstelling.
Heerkens begon in Groningen aan een rechtenstudie omdat zijn vader hem dat gebood, Hij deed er een medicijnenstudie naast, die hij later voortzetten in Leiden en Parijs. Daar maakte hij persoonlijk kennis met de schrijver en filosoof Voltaire, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Verlichting. Ondertussen bouwde Heerkens aan een omvangrijke oeuvre.
In 1749 keerde de hekeldichter in Groningen terug, als. kosmopoliet met connecties in heel West-Europa, Lang bleef hij hier niet; bet grootste dëel van zijn leven - hij stierf in 1801 - bracht hij door :met reizen. Bekend is de gedrukte beschrijving van zijn reis naar Italië tussen 1759 en l761, zijn enige prozawerk.
Heerkens hond was toen al enige tijd dood. Het verhaal wil dat het beest hem ooit het leven redde tijdens een vechtpartij in een Italiaanse kroeg. De grafzerk wordt door sommige historici om die reden gezien als een oprecht eerbetoon aan de viervoeter, maar het is met uit te sluiten dat Heerkens de zijns inziens overdreven grafschriften van onbeduidende mensen op de hak wilde nemen.
De inscriptie luidt vrij vertaald: 'Ik, die de wateren van de Tiber; de Lyris. de Rhône en de Maas heb gedronken, die per schip, per wagen en op het snelle paard heb gereisd, die in Calabrie mijn meester voor den dolk van een dief beschermde, die met dien meester in de Corsicaanse wateren schipbreuk leed, van mij, den in de Alpen geboren hond, vermoeid van het reizen en door vele levenservaringen beproefd. rust hier het laatste overschot. 11 juli 1758'.
De hond werd begraven in Hoogezand in 1891 werd de steen door ene C. de Boer uit Groningen geschonken aan het Groninger Museum. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw was de grafzerk ingemetseld in het vroegere onderkomen van het Groninger Museum, aan de Praediniussingel in de stad. Daarna verdween het curieuze object in het depot en - tot vandaag - uit het zicht.
[Dagblad van het Noorden belichtte zomer 2003 elke week bijzondere objecten uit de depots van het Drents en het Groninger Museum. Speciaal daarvoor haalden beide musea de objecten voor veertien dagen tevoorschijn om ze aan het publiek te tonen. Aflevering 3: de grafzerk voor de hond van hekeldichter Gerhard Nicolaas Heerkens in het Groninger Museum.]
Vertaling zoals verschenen in de publicatie door Zweder von Martels, 2011 luidt de Latijnse tekst van Gerard Heerkens, aslvolgt:
'Ik, die dronk uit de Tiber en Liri [in Latium], en uit de Rhône en Maas, die me vaak voortbewoog per schip, wagen en op het snelle paard, die in Calabië mijn meester beschermde tegen het zwaard van een dief, en die met mijn meester als schipbreukeling op het strand van Corsica was geworpen, heb vermoeid van de reis en van het leven, afgemat door het wisselend lot, hier mijn as bijgezet - ik, in de Aplen geboren hond. Overleden op 11 juli 1758.'
Datum 1758
Entstehungszeitraum18e eeuw
Objektbezeichnunggrafzerken
Sachgruppehistorische voorwerpen
Materialzandsteen
Technikgraveren (inkerven)
Format
- hoogte: 50.00 cm
breedte: 100.00 cm
diepte: 13.00 cm