Koopvrouw op landweg
Inventarnummer1956.0200
TitelKoopvrouw op landweg
Hersteller Jan Altink
BeschreibungJan Altink toont een vrouw die met zware tassen sjouwt in het tegenlicht. De weg is nog nat van de regen. Achter haar loopt het pad in bochten naar een boerderij in de verte, met kromgebogen bomen. De hoge horizon en de knik in het perspectief suggereren een enorme uitgestrektheid.
Het geabstraheerde silhouet van de vrouw steekt af tegen een lichte weg. Het felle licht schijnt achter tegen haar hoofd, wat zichtbaar is aan de haren. Ze heeft nauwelijks plasticiteit of een gezichtsuitdrukking. De tas waarmee zij zeult lijkt heel zwaar; ze balanceert op een been en loopt moeizaam voort. De vrouw is frontaal afgebeeld, alsof ze vlak voor ons op de weg staat. Altink heeft haar ongetwijfeld zo ontmoet op een van zijn fietstochten op het platteland.
Als hij iets tegenkwam wat de moeite waard was om vast te leggen, maakte hij eerst een snelle schets. Later, in het atelier, bracht hij het over op doek met behoud van de oorspronkelijke indruk. Hiervoor gebruikte hij de sneldrogende wasverf.
Achter de vrouw bevindt zich een uitgestrekt landschap. Door de diagonale lijnen van de weg en de sloot ernaast, in tegenstelling tot de verticaliteit van de vrouw en de boerderij achter haar, krijgt de natuur hier scherp en weids karakter. In de richting van de boerderij maakt de weg bovendien bochten, waardoor ze nog langer lijkt en de einder nog verder weg. Heel in de verte, aan de horizon, zien we recht opgaande lijnen van bomen. De verhouding tussen de monumentale vrouw op de voorgrond en de bomen op de achtergrond bepaalt deze geïntensiveerde ruimtelijke beleving.
De vrouw is bij Altink feitelijk een reusachtig alibi om ruimte te scheppen. Door deze compositie lijkt het alsof de weg sterk omhoog loopt. Maar de bedoeling van Altink is een andere. Door twee ruimtelijke ervaringen, namelijk de vrouw iets van bovenaf gezien en de horizon iets van beneden af gezien, met elkaar te combineren in een beeldvlak (met het 'verhaal' als middel om het ook zo te ervaren) ontstaat een nadruk op de afstand en de moeizame tocht. Het landschap past zich als het ware aan bij de emotie van de betrokkenen.
Het geabstraheerde silhouet van de vrouw steekt af tegen een lichte weg. Het felle licht schijnt achter tegen haar hoofd, wat zichtbaar is aan de haren. Ze heeft nauwelijks plasticiteit of een gezichtsuitdrukking. De tas waarmee zij zeult lijkt heel zwaar; ze balanceert op een been en loopt moeizaam voort. De vrouw is frontaal afgebeeld, alsof ze vlak voor ons op de weg staat. Altink heeft haar ongetwijfeld zo ontmoet op een van zijn fietstochten op het platteland.
Als hij iets tegenkwam wat de moeite waard was om vast te leggen, maakte hij eerst een snelle schets. Later, in het atelier, bracht hij het over op doek met behoud van de oorspronkelijke indruk. Hiervoor gebruikte hij de sneldrogende wasverf.
Achter de vrouw bevindt zich een uitgestrekt landschap. Door de diagonale lijnen van de weg en de sloot ernaast, in tegenstelling tot de verticaliteit van de vrouw en de boerderij achter haar, krijgt de natuur hier scherp en weids karakter. In de richting van de boerderij maakt de weg bovendien bochten, waardoor ze nog langer lijkt en de einder nog verder weg. Heel in de verte, aan de horizon, zien we recht opgaande lijnen van bomen. De verhouding tussen de monumentale vrouw op de voorgrond en de bomen op de achtergrond bepaalt deze geïntensiveerde ruimtelijke beleving.
De vrouw is bij Altink feitelijk een reusachtig alibi om ruimte te scheppen. Door deze compositie lijkt het alsof de weg sterk omhoog loopt. Maar de bedoeling van Altink is een andere. Door twee ruimtelijke ervaringen, namelijk de vrouw iets van bovenaf gezien en de horizon iets van beneden af gezien, met elkaar te combineren in een beeldvlak (met het 'verhaal' als middel om het ook zo te ervaren) ontstaat een nadruk op de afstand en de moeizame tocht. Het landschap past zich als het ware aan bij de emotie van de betrokkenen.
Datum 1925
Entstehungszeitraum20e eeuw
Geografisches SchlagwortGroningen
Objektbezeichnungschilderijen, figuurstukken, landschappen (voorstellingen)
Sachgruppeschilderijen
Materialwas/olieverf, doek
Technikschilderen
Format
- hoogte: 70.50 cm
breedte: 58.50 cm
lijst hoogte: 77.50 cm
breedte: 65.00 cm
dikte: 5.00 cm
Credit lineverworven met steun van het Kammingafonds