Jan Altink
Inventarnummer1980.0487
TitelJan Altink
Pijprokende man
Pijprokende man
Hersteller George Martens, Jan Altink
BeschreibungGeorge Martens, de schilder van dit portret van Jan Altink, volgde zijn opleiding aan de Academie Minerva in de jaren van 1912 tot 1918. Hier leerde hij van Franciscus Hermanus Bachg snel een landschap te schilderen en plein air, zodat het licht niet teveel veranderde. Bachg nam zijn leerlingen vaak mee naar Blauwborgje, een plek die vaak staat afgebeeld op schilderijen van De Ploeg. Hij leerde hen “door de oogharen kijken” en “nooit langer dan een half uur aan een schets werken”. Altink schilderde Martens op dezelfde plek en in dezelfde pose.
Terwijl Martens Altink portretteerde, schilderde Altink Martens ook. Beide heren trekken aan een pijp. De schilderijen zijn in dezelfde techniek uitgevoerd, namelijk in olieverf vermengd met bijenwas. Martens gebruikte deze techniek maar kort, in de jaren 1927 en 1928. Stillistisch zijn er grote overeenkomsten tussen de twee portretten; het landschap is heel schematisch weergegeven met overwegend strepen kleur in de combinatie groen, paars en geel/oranje. Dit is een van de favoriete combinaties van De Ploeg omstreeks 1925.
Terwijl Martens Altink portretteerde, schilderde Altink Martens ook. Beide heren trekken aan een pijp. De schilderijen zijn in dezelfde techniek uitgevoerd, namelijk in olieverf vermengd met bijenwas. Martens gebruikte deze techniek maar kort, in de jaren 1927 en 1928. Stillistisch zijn er grote overeenkomsten tussen de twee portretten; het landschap is heel schematisch weergegeven met overwegend strepen kleur in de combinatie groen, paars en geel/oranje. Dit is een van de favoriete combinaties van De Ploeg omstreeks 1925.
Datum circa 1928
Entstehungszeitraum20e eeuw
PersonenschlagwortAltink, Jan
Objektbezeichnungschilderijen, portretten
Sachgruppeschilderijen
Materialwas/olieverf, doek
Technikschilderen
Format
- hoogte: 48.00 cm
breedte: 48.00 cm
lijst hoogte: 49.80 cm
breedte: 49.90 cm
dikte: 2.50 cm
Credit lineaankoop met steun van de Vereniging Rembrandt