Kirchner in atelier
Inventarnummer1984.0325
TitelKirchner in atelier
Hersteller Jan Wiegers
BeschreibungDit portret is ontstaan bij een van de bezoeken die Jan Wiegers aflegde bij de kunstenaar Ernst Ludwig Kirchner, in Frauenkirch bij Davos in 1925. Het schilderij is niet alleen een belangrijk document van hun vriendschap, maar belicht tevens de veelomvattende invloed van Kirchner op Wiegers en, via deze, op de Groningse kunstenaarsvereniging De Ploeg.
Bij de eerste ontmoeting, in 1920 in Davos, waar zij beiden om gezondheidsredenen verbleven, versterkte Kirchner Wiegers' belangstelling voor vernieuwingen in de beeldende kunst. Wiegers werkte tot Pasen 1921 met Kirchner. Het interieur van diens huis, In den Larchen, is te zien op Wiegers' schilderij 'De slaapkamer van Kirchner' in de collectie van het Groninger Museum.
Kirchners voorbeeld stuwde Wiegers tot een hevig Expressionisme. Hij leerde hem de techniek van schilderen met wasverf op doek, waardoor snel gewerkt kan worden en toch heldere, onvermengde kleurvlakken mogelijk zijn. Bovendien leerde hij hem het bewust toepassen van kleuren.
In een artikel in het tijdschrift Kroniek van Kunst en Cultuur in 1935, geschreven op verzoek van Wiegers, merkt Kirchner op dat hij een belangrijk onderdeel van Goethe's kleurenleer na 1904 is gaan toepassen. Goethe had geconstateerd dat bij het bekijken van een kleur de complementaire kleur na enige tijd vanzelf in het oog van de beschouwer verschijnt. Dat betekent, aldus Kirchner, dat deze complementaire kleur niet meer direct naast de eerste kleur geschilderd dient te worden, om vermenging te voorkomen. Om het effect van onafhankelijke kleurvlakken te versterken, gebruikt Kirchner de door Goethe "karakteristiek" genoemde combinatie blauw/geel/rood en oranje/groen/violet. Bij zijn eerste bezoek aan Kirchner raakte Wiegers sterk onder de indruk van dit kleurgebruik. Teruggekeerd in Groningen, ging hij deze kleurencombinaties heel bewust toepassen. In het jaar 1925 heeft Wiegers Kirchner twee maal bezocht. Het eerste bezoek van dit jaar, tevens de tweede ontmoeting tussen beide kunstenaars, vond plaats in januari-februari van dat jaar. Van dit bezoek zijn diverse getuigenissen. Op een drogenaald-ets van Wiegers is Kirchner afgebeeld, terwijl hij aan het werk is. Uit deze periode dateren ook het portret van Kirchner door Wiegers en een portret van Wiegers door Kirchner, dat zich in het Kirchner museum in Davos bevindt. Beide schilderijen tonen het interieur van het huis Wildboden, waar Kirchner sinds 1923 woonde.
Het portret is een belangrijk thema voor de Expressionisten, een middel bij uitstek om de tussen hen bestaande nauwe vriendschapsbanden tot uiting te brengen. Op Kirchners portret van Wiegers zien wij de Groninger bezig met bet vervaardigen van een schilderij. Het is mogelijk dat dit werk, afkomstig uit de nalatenschap van Kirchner, direct verbonden is met of een pendant is van het portret dat Wiegers van zijn leermeester maakte en dat nu door het Groninger Museum aangekocht is.
De voorstelling toont Kirchner, de onafscheidelijke pijp in de mond, bezig met schilderen. Wat hij aan het maken is, wordt niet aangegeven. Op de achtergrond staan twee doeken schuin in het beeldvlak. De gebruikte kleuren zijn blauw, geel en rood en, in iets mindere mate, oranje, groen en violet. Terwijl Kirchner zijn eigen schilderij behield, nam Wiegers het zijne mee naar Groningen, waar het in oktober 1925 geëxposeerd werd op de tentoonstelling van De Ploeg in Pictura.
Het thema, de compositie en het kleurgebruik maakten grote indruk op Johan Dijkstra. Wanneer Wiegers en Dijkstra in 1927 portretten maken, waarbij de beide kunstenaars elkaar schilderend afbeelden in de kleurencombinatie oranje/groen/violet, neemt Dijkstra de compositie en het thema haast letterlijk over. Op Dijkstra's portret van Wiegers (GroningerMuseum) zit de kunstenaar in een vrijwel identieke houding, de pijp in de hand. Ook de achtergrond, een gedeeltelijk zichtbaar schilderij van Kirchner, komt overeen.
Op een voorstudie is alleen de schilder met het werk van Kirchner achter hem zichtbaar. De achtergrond is duidelijk een verwijzing naar Kirchners invloed.
Uit dit alles komt het kunsthistorische belang van Wiegers' Portret van Kirchner uit 1925 naar voren. Het is een belangrijke aanvulling op de collectie van bet Groninger Museum op dit gebied. (jaarverslag Ver. Rembrandt, 1984 p. 92-94)
Bij de eerste ontmoeting, in 1920 in Davos, waar zij beiden om gezondheidsredenen verbleven, versterkte Kirchner Wiegers' belangstelling voor vernieuwingen in de beeldende kunst. Wiegers werkte tot Pasen 1921 met Kirchner. Het interieur van diens huis, In den Larchen, is te zien op Wiegers' schilderij 'De slaapkamer van Kirchner' in de collectie van het Groninger Museum.
Kirchners voorbeeld stuwde Wiegers tot een hevig Expressionisme. Hij leerde hem de techniek van schilderen met wasverf op doek, waardoor snel gewerkt kan worden en toch heldere, onvermengde kleurvlakken mogelijk zijn. Bovendien leerde hij hem het bewust toepassen van kleuren.
In een artikel in het tijdschrift Kroniek van Kunst en Cultuur in 1935, geschreven op verzoek van Wiegers, merkt Kirchner op dat hij een belangrijk onderdeel van Goethe's kleurenleer na 1904 is gaan toepassen. Goethe had geconstateerd dat bij het bekijken van een kleur de complementaire kleur na enige tijd vanzelf in het oog van de beschouwer verschijnt. Dat betekent, aldus Kirchner, dat deze complementaire kleur niet meer direct naast de eerste kleur geschilderd dient te worden, om vermenging te voorkomen. Om het effect van onafhankelijke kleurvlakken te versterken, gebruikt Kirchner de door Goethe "karakteristiek" genoemde combinatie blauw/geel/rood en oranje/groen/violet. Bij zijn eerste bezoek aan Kirchner raakte Wiegers sterk onder de indruk van dit kleurgebruik. Teruggekeerd in Groningen, ging hij deze kleurencombinaties heel bewust toepassen. In het jaar 1925 heeft Wiegers Kirchner twee maal bezocht. Het eerste bezoek van dit jaar, tevens de tweede ontmoeting tussen beide kunstenaars, vond plaats in januari-februari van dat jaar. Van dit bezoek zijn diverse getuigenissen. Op een drogenaald-ets van Wiegers is Kirchner afgebeeld, terwijl hij aan het werk is. Uit deze periode dateren ook het portret van Kirchner door Wiegers en een portret van Wiegers door Kirchner, dat zich in het Kirchner museum in Davos bevindt. Beide schilderijen tonen het interieur van het huis Wildboden, waar Kirchner sinds 1923 woonde.
Het portret is een belangrijk thema voor de Expressionisten, een middel bij uitstek om de tussen hen bestaande nauwe vriendschapsbanden tot uiting te brengen. Op Kirchners portret van Wiegers zien wij de Groninger bezig met bet vervaardigen van een schilderij. Het is mogelijk dat dit werk, afkomstig uit de nalatenschap van Kirchner, direct verbonden is met of een pendant is van het portret dat Wiegers van zijn leermeester maakte en dat nu door het Groninger Museum aangekocht is.
De voorstelling toont Kirchner, de onafscheidelijke pijp in de mond, bezig met schilderen. Wat hij aan het maken is, wordt niet aangegeven. Op de achtergrond staan twee doeken schuin in het beeldvlak. De gebruikte kleuren zijn blauw, geel en rood en, in iets mindere mate, oranje, groen en violet. Terwijl Kirchner zijn eigen schilderij behield, nam Wiegers het zijne mee naar Groningen, waar het in oktober 1925 geëxposeerd werd op de tentoonstelling van De Ploeg in Pictura.
Het thema, de compositie en het kleurgebruik maakten grote indruk op Johan Dijkstra. Wanneer Wiegers en Dijkstra in 1927 portretten maken, waarbij de beide kunstenaars elkaar schilderend afbeelden in de kleurencombinatie oranje/groen/violet, neemt Dijkstra de compositie en het thema haast letterlijk over. Op Dijkstra's portret van Wiegers (GroningerMuseum) zit de kunstenaar in een vrijwel identieke houding, de pijp in de hand. Ook de achtergrond, een gedeeltelijk zichtbaar schilderij van Kirchner, komt overeen.
Op een voorstudie is alleen de schilder met het werk van Kirchner achter hem zichtbaar. De achtergrond is duidelijk een verwijzing naar Kirchners invloed.
Uit dit alles komt het kunsthistorische belang van Wiegers' Portret van Kirchner uit 1925 naar voren. Het is een belangrijke aanvulling op de collectie van bet Groninger Museum op dit gebied. (jaarverslag Ver. Rembrandt, 1984 p. 92-94)
Datum 1925 - 1925
Entstehungszeitraum20e eeuw
PersonenschlagwortKirchner, Ernst Ludwig
Objektbezeichnungschilderijen, portretten
Sachgruppeschilderijen
Technikschilderen
Format
- hoogte: 69.00 cm
breedte: 89.00 cm
lijst hoogte: 89.20 cm
breedte: 108.80 cm
dikte: 6.00 cm
Credit lineverworven met steun van de Vereniging Rembrandt en Stichting De Groot-Brugmans