Mare barbaro
N° d'objet1983.0050
TitreMare barbaro
Créateur Enzo Cucchi
DescriptionDit schilderij toont een roerloze gestalte in een zeilbootje, die voortgedreven wordt over de golven, door de inslag van een rode staaf van keramiek als een bliksemschicht. Cucchi is geïnspireerd door zijn geboortestreek de Marken. De Marken is een landelijke omgeving, met heuvels vol pijnbossen en woeste stranden zonder toeristen, maar met veel drijfhout. In deze omgeving leven veel legendes waarin bergen, bomen en rivieren een mysterieuze rol spelen.
Het schilderij is representatief voor de vroege periode van Cucchi waarin hij een thema uit de regio in expressionistische stijl verbeeldt. In dit geval gecombineerd met een in keramiek uitgevoerd rood sculpturaal element.
Cucchi's work is closely related to the environment where he was born, Le Marche, a region on the Adriatic coast in Central Italy. The myths and legends of this region are a source of inspiration for him. Also the scenery - mountains, trees and sea - appears frequently in his work. This painting shows the voyage of man floating along on the earthly sea in a fishing boat. ln the sea rises a supernatural power (the rod), which shows the direction upwards: the mystery, the world of dreams.
Op een langwerpig doek met afgeronde hoek en zien we allereerst dikke streken kleurige verf. Op sommige plaatsen steken klodders verf de ruimte in. De overheersende kleuren zijn donkerblauw, groen, rood en lichtblauw/wit. De laatstgenoemde kleuren geven de accenten in de compositie aan. Aan de linkerzijde wordt de afgeronde benedenhoek voortgezet in een lichtblauwe golf, waarin een rode draaikolk weergegeven is. Hier ontspringt een rode staaf van keramiek, die zich buiten het vlak van het schilderij bevindt. De staaf geeft een diagonale richting aan, van linksonder naar rechtsboven, die het gehele beeldvlak bepaalt. Deze beweging wordt voortgezet in de kleurige strepen op de achtergrond en in het zeilbootje met menselijke gestalte in het midden. Dit vormt het centrale element: het lichtblauwe zeil met onleesbare rode tekens en de schematisch weergegeven figuur in rood met wit gezicht en witte armen vallen duidelijk op. Behalve de beweging worden hier ook de kleuren van de linkerzijde voortgezet. De menselijke figuur heeft geen gezicht. De armen zijn gekruist voor de borst - er wordt geen handeling verricht om het bootje te besturen. Witte spetters (uit het vlak springende verfspatten) aan de rechterkant geven aan dat boot en figuur naar rechts gedreven worden. De figuur is even groot als mast en zeil - te groot naar rationele maatstaf voor het nietige bootje. Aan de rechterzijde lost een golf op in de vloeiende kleurbanen van groen en donkerblauw, die de achtergrond vormen. Deze achtergrond toont aan dat hier geen werkelijke zee met lucht afgebeeld wordt, maar een spontane beweging en een "voortgedreven worden". De staaf die te voorschijn komt uit de draaikolk laat iets ontstaan buiten het beeldvlak, buiten de werkelijkheid van het schilderij zelf. Wat dat is, laat de schilder, Enzo Cucchi, aan onze fantasie over. Het werkstuk heeft geen titel. Maar wij kunnen houvast bij onze interpretatie krijgen, wanneer wij iets meer weten over Cucchi en zijn omgeving.
Enzo Cucchi werd geboren in 1950 in Morro d' Alba, in de landstreek de Marken in Zuid-Italie. Hij volgde geen opleiding aan een kunstacademie, maar is autodidact, zoals velen van zijn generatiegenoten. In Nederland kon men kennis maken met zijn spontaniteit en rijkdom aan fantasie op de tentoonstelling 'De onthoofde hand' in 1980 in het Groninger Museum. Hier werden kleinere tekeningen getoond van hem en van Sandra Chia, Francesco Clemtente en Mimmo Paladino, namen die vaak in een adem met die van Cucchi, genoemd worden. Als "Jonge Italianen" werden zij gepresenteerd op een overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam in 1980/81. In een zaal waren schilderijen van Cucchi te zien: grote vlakken, waarop met heldere kleuren en vloeiende lijnen kleine figuren en voorwerpen tegen een vlakke achtergrond weergegeven waren. Deze kleuren en vormen lieten een plezier in schilderen zien, dat ook bij de andere exposanten aanwezig was. In Cucchi's schilderijen waren het ironische van Sandro Chia en de ingetogen dromen van Mimmo Paladino verenigd. Ingevingen, emoties en fantasieën werden direct en spontaan op doek vastgelegd.
Deze artistieke activiteit was een reactie op het gebruik van eenvoudige materialen in Italië gedurende de jaren zeventig, de zgn. Arte Povera. De "Jonge Italianen" gebruikten hun eigen fantasie in figuratieve voorstellingen. Door het persoonlijke karakter - in handwerk en inhoud - was er geen uniforme stijl en waren de afzonderlijke werken vaak moeilijk ontcijferbaar - men sprak van nieuwe subjectiviteit, trans-avantgarde en "arte cifra" (geheimtaalkunst).
Deze nieuwe ontwikkeling in Italië was geen geïsoleerd verschijnsel. Zij hing samen met maatschappelijke processen die ook elders voorkwamen. In de kunst in de jaren zeventig was er een sterk intellectuele benadering: het concept was belangrijker dan de uitvoering. Men hield zich bezig met de maatschappij en leefomgeving, die men probeerde te verbeteren of waarop men kritiek leverde door er een andere wereld (bijvoorbeeld natuur) tegenover te stellen. In het midden van de jaren zeventig verdween deze optimistische visie door de crisis. Kunstenaars gingen zich terugtrekken in hun eigen persoon en creatieve arbeid. Vandaaruit wilden de "Jonge Italianen" een bron van interpretatiemogelijkheden aanbieden. Zij probeerden rechtstreeks de diepere gedachten van de beschouwer aan te spreken, omdat deze verstikt dreigden te raken.
Via critici en talloze exposities in galerieën en musea zijn hun werken bekend geworden. De subjectieve kunst van Enzo Cucchi heeft in de afgelopen drie jaar een grote ontwikkeling doorlopen. Het landschap - de bergen, bomen en zee - heeft een bovennatuurlijk karakter. Vanaf 1980 maakte hij grote tekeningen met enkele symbolen - bomen met aureolen, een zwarte ellips, hoofden met gesloten ogen - die hij later in vloeiende lijnen incorporeerde in uitbeeldingen van een oerbestaan. Van deze werken heeft het Groninger Museum de grote tekening 'Montagne Miracolate' verworven: bergen met handen die gestigmatiseerd worden. Scherper is het bovennatuurlijke karakter van het landschap nauwelijks uit te drukken.
In zijn teksten spreekt Cucchi steeds over een wereld tussen hemel en aarde, waar "tekeningen zweven" en "huizen gevuld worden tot op halve hoogte". Dit poëtische fantasierijk verbeeldt de kunstenaar in zijn werken. De dagelijkse wereld is voor hem een slagveld waarin de mens overgeleverd aan hogere machten wordt voortgedreven.
Wij kunnen nu het schilderij uit 1979 plaatsen in deze ontwikkeling. Het spontane, kleurrijke schilderen is een belangrijk nieuw uitgangspunt in de vroege werken. Dit schilderij, aangekocht in samenwerking met de kunstenaar, is ook een goed voorbeeld van Cucchi's thematiek. Het toont de reis van de mens, die voortgedreven wordt op de aardse zee in een vissersbootje uit de Marken. Maar in die zee ontspringt tevens een bovennatuurlijke kracht (de staaf), die de richting naar boven aangeeft: het mysterie, de wereld van de droom. Cucchi zocht nog naar oersymbolen om dit weer te geven.
Dit schilderij geeft duidelijk de ontwikkeling aan van Cucchi's schilderwijze en thematiek. Gevoelens en associaties spelen nog een grotere rol dan vastgelegde symbolen, In dat opzicht sluit het aan op de kleinere tekeningen uit dezelfde periode in het Groninger Museum en geeft het een aanvulling op de grote tekening Montagne Miracolate uit 1981. Het is niet alleen een verrijking van de collectie van Het Groninger Museum, maar ook van de openbare verzamelingen in Nederland. (Jaarverslag Ver, Rembrandt, 1982 p. 90-92)
Het schilderij is representatief voor de vroege periode van Cucchi waarin hij een thema uit de regio in expressionistische stijl verbeeldt. In dit geval gecombineerd met een in keramiek uitgevoerd rood sculpturaal element.
Cucchi's work is closely related to the environment where he was born, Le Marche, a region on the Adriatic coast in Central Italy. The myths and legends of this region are a source of inspiration for him. Also the scenery - mountains, trees and sea - appears frequently in his work. This painting shows the voyage of man floating along on the earthly sea in a fishing boat. ln the sea rises a supernatural power (the rod), which shows the direction upwards: the mystery, the world of dreams.
Op een langwerpig doek met afgeronde hoek en zien we allereerst dikke streken kleurige verf. Op sommige plaatsen steken klodders verf de ruimte in. De overheersende kleuren zijn donkerblauw, groen, rood en lichtblauw/wit. De laatstgenoemde kleuren geven de accenten in de compositie aan. Aan de linkerzijde wordt de afgeronde benedenhoek voortgezet in een lichtblauwe golf, waarin een rode draaikolk weergegeven is. Hier ontspringt een rode staaf van keramiek, die zich buiten het vlak van het schilderij bevindt. De staaf geeft een diagonale richting aan, van linksonder naar rechtsboven, die het gehele beeldvlak bepaalt. Deze beweging wordt voortgezet in de kleurige strepen op de achtergrond en in het zeilbootje met menselijke gestalte in het midden. Dit vormt het centrale element: het lichtblauwe zeil met onleesbare rode tekens en de schematisch weergegeven figuur in rood met wit gezicht en witte armen vallen duidelijk op. Behalve de beweging worden hier ook de kleuren van de linkerzijde voortgezet. De menselijke figuur heeft geen gezicht. De armen zijn gekruist voor de borst - er wordt geen handeling verricht om het bootje te besturen. Witte spetters (uit het vlak springende verfspatten) aan de rechterkant geven aan dat boot en figuur naar rechts gedreven worden. De figuur is even groot als mast en zeil - te groot naar rationele maatstaf voor het nietige bootje. Aan de rechterzijde lost een golf op in de vloeiende kleurbanen van groen en donkerblauw, die de achtergrond vormen. Deze achtergrond toont aan dat hier geen werkelijke zee met lucht afgebeeld wordt, maar een spontane beweging en een "voortgedreven worden". De staaf die te voorschijn komt uit de draaikolk laat iets ontstaan buiten het beeldvlak, buiten de werkelijkheid van het schilderij zelf. Wat dat is, laat de schilder, Enzo Cucchi, aan onze fantasie over. Het werkstuk heeft geen titel. Maar wij kunnen houvast bij onze interpretatie krijgen, wanneer wij iets meer weten over Cucchi en zijn omgeving.
Enzo Cucchi werd geboren in 1950 in Morro d' Alba, in de landstreek de Marken in Zuid-Italie. Hij volgde geen opleiding aan een kunstacademie, maar is autodidact, zoals velen van zijn generatiegenoten. In Nederland kon men kennis maken met zijn spontaniteit en rijkdom aan fantasie op de tentoonstelling 'De onthoofde hand' in 1980 in het Groninger Museum. Hier werden kleinere tekeningen getoond van hem en van Sandra Chia, Francesco Clemtente en Mimmo Paladino, namen die vaak in een adem met die van Cucchi, genoemd worden. Als "Jonge Italianen" werden zij gepresenteerd op een overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam in 1980/81. In een zaal waren schilderijen van Cucchi te zien: grote vlakken, waarop met heldere kleuren en vloeiende lijnen kleine figuren en voorwerpen tegen een vlakke achtergrond weergegeven waren. Deze kleuren en vormen lieten een plezier in schilderen zien, dat ook bij de andere exposanten aanwezig was. In Cucchi's schilderijen waren het ironische van Sandro Chia en de ingetogen dromen van Mimmo Paladino verenigd. Ingevingen, emoties en fantasieën werden direct en spontaan op doek vastgelegd.
Deze artistieke activiteit was een reactie op het gebruik van eenvoudige materialen in Italië gedurende de jaren zeventig, de zgn. Arte Povera. De "Jonge Italianen" gebruikten hun eigen fantasie in figuratieve voorstellingen. Door het persoonlijke karakter - in handwerk en inhoud - was er geen uniforme stijl en waren de afzonderlijke werken vaak moeilijk ontcijferbaar - men sprak van nieuwe subjectiviteit, trans-avantgarde en "arte cifra" (geheimtaalkunst).
Deze nieuwe ontwikkeling in Italië was geen geïsoleerd verschijnsel. Zij hing samen met maatschappelijke processen die ook elders voorkwamen. In de kunst in de jaren zeventig was er een sterk intellectuele benadering: het concept was belangrijker dan de uitvoering. Men hield zich bezig met de maatschappij en leefomgeving, die men probeerde te verbeteren of waarop men kritiek leverde door er een andere wereld (bijvoorbeeld natuur) tegenover te stellen. In het midden van de jaren zeventig verdween deze optimistische visie door de crisis. Kunstenaars gingen zich terugtrekken in hun eigen persoon en creatieve arbeid. Vandaaruit wilden de "Jonge Italianen" een bron van interpretatiemogelijkheden aanbieden. Zij probeerden rechtstreeks de diepere gedachten van de beschouwer aan te spreken, omdat deze verstikt dreigden te raken.
Via critici en talloze exposities in galerieën en musea zijn hun werken bekend geworden. De subjectieve kunst van Enzo Cucchi heeft in de afgelopen drie jaar een grote ontwikkeling doorlopen. Het landschap - de bergen, bomen en zee - heeft een bovennatuurlijk karakter. Vanaf 1980 maakte hij grote tekeningen met enkele symbolen - bomen met aureolen, een zwarte ellips, hoofden met gesloten ogen - die hij later in vloeiende lijnen incorporeerde in uitbeeldingen van een oerbestaan. Van deze werken heeft het Groninger Museum de grote tekening 'Montagne Miracolate' verworven: bergen met handen die gestigmatiseerd worden. Scherper is het bovennatuurlijke karakter van het landschap nauwelijks uit te drukken.
In zijn teksten spreekt Cucchi steeds over een wereld tussen hemel en aarde, waar "tekeningen zweven" en "huizen gevuld worden tot op halve hoogte". Dit poëtische fantasierijk verbeeldt de kunstenaar in zijn werken. De dagelijkse wereld is voor hem een slagveld waarin de mens overgeleverd aan hogere machten wordt voortgedreven.
Wij kunnen nu het schilderij uit 1979 plaatsen in deze ontwikkeling. Het spontane, kleurrijke schilderen is een belangrijk nieuw uitgangspunt in de vroege werken. Dit schilderij, aangekocht in samenwerking met de kunstenaar, is ook een goed voorbeeld van Cucchi's thematiek. Het toont de reis van de mens, die voortgedreven wordt op de aardse zee in een vissersbootje uit de Marken. Maar in die zee ontspringt tevens een bovennatuurlijke kracht (de staaf), die de richting naar boven aangeeft: het mysterie, de wereld van de droom. Cucchi zocht nog naar oersymbolen om dit weer te geven.
Dit schilderij geeft duidelijk de ontwikkeling aan van Cucchi's schilderwijze en thematiek. Gevoelens en associaties spelen nog een grotere rol dan vastgelegde symbolen, In dat opzicht sluit het aan op de kleinere tekeningen uit dezelfde periode in het Groninger Museum en geeft het een aanvulling op de grote tekening Montagne Miracolate uit 1981. Het is niet alleen een verrijking van de collectie van Het Groninger Museum, maar ook van de openbare verzamelingen in Nederland. (Jaarverslag Ver, Rembrandt, 1982 p. 90-92)
Date 1979
Période de création20e eeuw
Nom d'objetschilderijen
Catégorie d'objetschilderijen
Techniquegemengde techniek
Dimensions
- hoogte: 70.50 cm
breedte: 219.00 cm
diepte: 10.00 cm
Ligne de créditverworven met steun van de Vereniging Rembrandt